De afgelopen 2 jaar heeft de overheid agrarisch ondernemerschap actief gestimuleerd en zette samen met het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) in op de ontwikkeling van een kenniscentrum bedrijfsovername. Het onderwijs was hier nauw bij betrokken via 6 living labs waar nog tot de zomer verschillende projecten draaien. HAS Hogeschool is kartrekker van Living Lab Zuid.
Binnen dit living lab werkt de HAS samen met de mbo’s Yuverta, Scalda en Curio, AJK-leden uit de provincies Zeeland, Brabant en Limburg én verschillende agrarische ondernemers in verschillende projecten aan het op de kaart zetten van agrarisch ondernemerschap in de breedste zin van het woord. Centraal staat hierbij de verbinding tussen het mbo en hbo. Zo ontmoetten mbo- en hbo-studenten elkaar recent tijdens een bijeenkomst bij HAS Hogeschool in Venlo.
Mbo- en hbo-studenten ontmoeten elkaar in het kader van Living Lab Zuid tijdens een bijeenkomst bij HAS Hogeschool in Venlo.
6 afstudeerprojecten
Studenten en docenten van de onderwijsmodule Bedrijfsontwikkeling en Bedrijfsadvies (vanaf volgend studiejaar Agrarisch Ondernemerschap) van de opleidingen Veehouderij en Bedrijfskunde en agri-foodbusiness van HAS Hogeschool waren gedurende de hele periode nauw betrokken bij het living lab. Zo werden er onder de vlag van het living lab onder meer 6 afstudeeropdrachten uitgevoerd.
Mooie opbrengst
Koos Dekker is docent bij HAS Hogeschool en projectleider bij het Living Lab Zuid. Hij vertelt enthousiast dat de projecten meer hebben opgeleverd dan alleen het voeden van het kenniscentrum bedrijfsovername. “Met dank aan de projecten hebben we het onderwijs blijvend verbeterd, de deskundigheid en actuele kennis van de docenten vergroot, de verbinding met het werkveld verstevigd én de lijntjes naar andere onderwijsinstellingen korter gemaakt. Een mooie opbrengst, mede te danken aan het feit dat we alle ruimte kregen om onze eigen agenda te bepalen en waar nodig bij te sturen. En dit geldt eigenlijk voor alle living labs. Half juni sluiten we deze 2 jaar gezamenlijk af met een groot event in Kamerik en we hopen dat de living labs na de zomer een vervolg krijgen.”
Zachte kant
Eén van de afstudeeropdrachten richtte zich op de ‘zachte’ kant van agrarische bedrijfsovernames. “Agrarisch ondernemen is niet zomaar een baan, het is een levenswijze” legt HAS-docent Heleen van Loon uit. “Werk, wonen, sociale contacten en familiegeschiedenis zijn allemaal met elkaar verbonden. In Nederland is de ‘harde’ kant van een overname goed geregeld, maar elke overname is uniek en daar komt veel meer bij kijken dan alleen het op orde hebben van de cijfers.”
Partner van
3 studenten deden voor hun afstuderen onderzoek naar de rol van de partner van een agrarisch ondernemer bij een bedrijfsovername en namen daarvoor meerdere interviews af. “De partner zegt niet alleen ja tegen een persoon, maar tegen een bepaalde manier van leven”, zegt Heleen. “Vragen die oppoppen zijn: ga ik meewerken op het bedrijf of niet? Wil ik wel in het ouderlijk huis van mijn partner gaan wonen? Vind ik het erg als mijn schoonouders vaak over de vloer komen? Is het nodig huwelijkse voorwaarden op te stellen? Word ik als partner van wel serieus genomen? Ui de interviews bleek dat partners bleken vooral behoefte te hebben om ervaringen te delen met gelijkgestemden.”
Vervolg: de moeder
De studenten kregen de kans hun onderzoek te presenteren aan de Vereniging Agrarisch Specialisten Notariaat. Dit is een vakvereniging van notarissen die zich met agrarisch recht bezighouden en die veel met dit soort verhalen te maken krijgen. Zij kunnen daarom een rol spelen in het geven van aandacht aan de ‘zachte’ kant van een overname. Het onderzoek werd heel goed ontvangen. Er loopt nu een vervolgonderzoek waarbij ingezoomd wordt op de rol van de moeder (de overdragende kant).
Vanuit HAS ondersteunen
Een agrarische bedrijfsovername kan dus pas succesvol kan zijn als niet alleen de zakelijke kant goed geregeld is, maar er ook aandacht is voor de menselijke kant. Willen de land- en tuinbouw toekomstbestendig zijn, dan is dit een belangrijk vraagstuk om rekening mee te houden. Koos: “Als onderwijsinstelling kunnen we studenten hierop voorbereiden en hen ondersteunen met onze kennis en expertise. Dergelijke onderzoeksresultaten brengen wij dus actief terug het onderwijs in.”