Afstudeerders Jelle Vermue en Jeroen Stegeman van de opleidingen Tuinbouw en Akkerbouw en Applied Geo-Information Science van HAS Hogeschool hebben een proefopzet ontwikkeld waarmee het effect van groenbemesters en bodemverbeteraars op bodemvruchtbaarheid kan worden getest.
Hun afstudeeronderzoek (beroepsopdracht) maakt deel uit van het driejarige project dat tot doel heeft om de bodemvruchtbaarheid te behouden en te verbeteren. Vanuit het project wordt gewerkt aan kennisontwikkeling en bewustwording bij boeren en ondernemers, zodat zij gerichte (innovatieve) managementmaatregelen kunnen nemen ter verbetering van de bodemvruchtbaarheid. Leve(n)de Bodem Brabant is een samenwerking tussen Delphy, Wageningen Universiteit en HAS Hogeschool.
Ingewikkeld om een keuze te maken
Vanuit de praktijk komt naar voren dat boeren wel bezig zijn met bodemvruchtbaarheid, maar vaak moeite hebben met de praktische toepasbaarheid. Het aanbod aan groenbemesters en bodemverbeteraars is groot en de verschillen zijn niet altijd duidelijk. Dat maakt de keuze ingewikkeld.
Ook bij het meten van bodemvruchtbaarheid komt veel kijken. Er zijn diverse factoren die de bodemvruchtbaarheid beïnvloeden, waarop groenbemesters en bodemverbeteraars hun uitwerking hebben. De studenten hebben daarom niet alleen een onderzoeksprotocol geschreven, maar ze hebben ook een applicatie ontwikkeld die eenvoudig statistische analyses kan uitvoeren op basis van de door de boer verzamelde data.
Groenbemestermengsels
In de proefopzet van het onderzoeksprotocol hebben de afstudeerders vier groenbemestermengsels met elkaar vergeleken. Elk mengsel heeft daarbij zijn eigen doel en functie, dus 1-op-1 vergelijking is niet mogelijk. Daarom hebben de studenten verschillende effecten van de groenbemestersmengsels met elkaar vergelijken:
- Stimulans van bodemleven (met diversiteit in planten)
- Voorkomen van stikstofuitspoeling
- De aanvoer organisch stof
- Achterlaten van organisch materiaal
- Stikstofbinding door vlinderbloemigen met achterlating van zo min mogelijk gewasresten.
Bodemverbeteraars
Naast groenbemesters worden in de proefopzet ook bodemverbeteraars meegenomen, namelijk dekaarde, champost, GFT-compost, rundveedrijfmest en kunstmest. Dekaarde en champost zijn reststromen uit de champignon teelt, die vroeger met elkaar werden vermengd. Tegenwoordig zijn ze ook los verkrijgbaar. GFT-compost is een gecomposteerde vorm van GFT-afval, een reststroom die in grote mate beschikbaar is. Tenslotte is rundveedrijfmest is een veel gebruikte mestsoort, ook in de demobedrijven van project Leve(n)de Bodem Brabant. Als laatst wordt kunstmest toegepast. Dit gebeurt als controlemeting, omdat hierbij geen organische meststoffen aan de bodem worden toegevoegd.
Applicatie om gegevens te verzamelen
Om tot de juiste resultaten te komen hebben de studenten middels een literatuurstudie acht meetmethodes geselecteerd die de bodemvruchtbaarheid moeten vastleggen. Uit die verschillende meetmethodes komt een enorme berg informatie. Om die informatiestroom in goede banen te leiden heeft Jeroen Stegeman, de student van Applied Geo-Information Science, een applicatie ontwikkeld die de gegevens overzichtelijk verzameld en sorteert, zodat deze later goed verwerkt kunnen worden.
Complexe opdracht
Begeleidend docent Ralf Köhne is tevreden met het resultaat wat de studenten behaald hebben. “Het was een complexe opdracht, maar Jelle en Jeroen hebben het project tot een goed eindresultaat gebracht. Dankzij hun onderzoeksprotocol en applicatie kunnen komend jaar de relevante resultaten verkregen worden. Deze kunnen helpen om een duidelijker zicht op de effecten van groenbemestermengsels en bodemverbeteraars op de bodemvruchtbaarheid aan te tonen.”
De projectresultaten worden via bijeenkomsten in het project Leve(n)de Bodem Brabant gedeeld met ondernemers en boeren, die deze kunnen gebruiken voor het nemen van managementmaatregelen om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren.