Onlangs is de Waterschans van Bergen op Zoom, gelegen aan de oude havenmonding en onderdeel van de West-Brabantse waterlinie, helemaal opgeknapt. Bij de werkzaamheden werd een oude oesterput ontdekt. 4 studenten van HAS Hogeschool die de minor Eating Animals volgden, zochten uit of het eventueel mogelijk is in het gebied weer oesters en kreeften te houden.
Esmée Aerts, Sven Faes, Jan-Joost Moerdijk en Eline Schutjes moesten bij deze opdracht wel even omschakelen. “De minor Eating Animals richt zich op het produceren en consumeren van dieren en de impact daarvan op mens, dier en planeet”, leggen ze uit. “En logischerwijs gaat het dan al snel over de veehouderij. De kweek van schaal- en schelpdieren kent echter vergelijkbare uitdagingen als de veehouderij op het gebied van bijvoorbeeld dierenwelzijn, ruimtegebruik en watergebruik. Het project paste prima binnen de inhoud van de minor.”
Eigen expertise inbrengen
Een interessante opdracht dus voor de studenten - van wie er 2 Veehouderij, 1 Toegepaste Biologie en 1 Voedingsmiddelentechnologie studeren - waarbinnen ze elk de mogelijkheid kregen hun eigen kennis en expertise in te brengen maar ook over hun eigen grenzen heen te kijken. En met het adviesrapport dat ze half november opleverden, is de gemeente Bergen op Zoom weer een stapje dichter bij het in ere herstellen van de oesterput.
Vestingwerk in getijdengebied
“De Waterschans is het oudste vestingwerk van Bergen op Zoom”, vertelt Cees de Korte. Hij is ingenieur civiele techniek en projectleider vanuit de gemeente Bergen op Zoom. “Het werd aangelegd in 1584 op initiatief van Prins Willem van Oranje. Die was namelijk sinds 1582 ook Markies van Bergen op Zoom. De functie van de Waterschans was om de haventoegang te verdedigen. De Waterschans stond toen in een getijdengebied. Eeuwen later verkocht de gemeente de Waterschans aan een particulier – Meulendijks – en werden er oesters en later ook Canadese kreeft gekweekt.”
De Waterschans op een oude kaart.
Poort naar de stad
Hij vervolgt: “Rond Eerste Wereldoorlog brak er een virus uit en verdwenen de kwekerijen. Met de aanleg van de Oosterscheldewerken werd het gebied van Zeeland afgescheiden en daarmee ook van het zoute water. Bergen op Zoom keerde zich steeds meer van het water af. De Waterschans raakte in verval. Met het herstel van de Waterschans willen we deze beweging omkeren en de stad weer openbreken. De Waterschans moet een poort worden naar de stad, net als vroeger. Dat is ook de reden dat we willen onderzoeken of het mogelijk is weer oesters en kreeften te kweken. De ontdekking van de oesterput is een bijzondere vondst die we niet onbenut willen laten.”
Boren naar zout water
De grootste uitdaging daarbij is het verdwenen zoute water, want in het gebied waar de Waterschans is het oppervlaktewater nu zoet. “Voor de kweek zou je zout water kunnen aanvoeren, maar we hebben ook ontdekt dat onder de kleilaag in het gebied nog zout water aanwezig is. We doen nu experimenten om dit zoute water naar boven te krijgen door te boren.”
De oesterput.
Beste kweekomstandigheden
En ondertussen deden de studenten onderzoek naar de beste kweekomstandigheden voor de Japanse oester, platte oester, Oosterschelde kreeft, Canadese kreeft en Europese kreeft. “We keken daarbij naar hoe deze soorten het beste gehouden kunnen worden”, vertellen ze, “wanneer de waterkwaliteit optimaal is en wat je moet doen om dit zo te houden kan worden en hoe de bakken waar de dieren in gehouden worden vorm gegeven moeten worden. We deden literatuuronderzoek en hielden meerdere interviews met experts. Door de coronamaatregelen hebben we veel vanuit huis gedaan en konden we helaas niet naar de Waterschans zelf om onderzoek te doen. Wel hebben we inspiratie opgedaan in Yerseke waar we een oesterput in werking hebben bekeken.”
Open de opdracht in
Inmiddels hebben de studenten de opdracht afgerond. Op Cees’ bureau ligt een mooi adviesrapport over de leefomstandigheden van oesters en kreeften en hoe zij in het gebied het beste gekweekt kunnen worden. “Dit rapport is voor ons heel waardevol. We kunnen de adviezen combineren met de adviezen die we eerder al van een andere minorgroep kregen over het telen van lamsoren en zeekraal. Wat zo fijn is aan werken met studenten is dat ze helemaal open zo’n opdracht ingaan. Ze komen vaak met bijzondere oplossingen. Daarnaast is het feit dat ze allemaal een andere opleiding doen echt een meerwaarde. Zo zitten er verschillende disciplines aan tafel en dat levert het beste resultaat op.”