In drinkwaterleidingen leven allerlei ongewervelde dieren, bijvoorbeeld waterpissebedden (1-10 mm), roeipootkreeftjes (ca 1 mm) en borstelwormen (1 – 100 mm). 3 studenten Toegepaste Biologie van HAS Hogeschool voerden de afgelopen maanden voor 6 Nederlandse drinkwaterbedrijven onderzoek uit naar deze beestjes en dragen zo bij aan onderzoek op dit gebied door drinkwaterbedrijven.
Lindsey Ooms, Margo Govers en Veerle Dezutter zijn derdejaars studenten en eigenlijk zouden zij afgelopen februari afreizen naar Oostenrijk voor hun buitenlandse stage. Zij zouden daar voor de Universiteit van Innsbruck onderzoek doen naar de invloed van lichtinval en fytoplankton op de waterkwaliteit van een bergmeer. Helaas voor hen bleek dat vanwege oplopende coronabesmettingen de skiliften in het gebied gesloten bleven, waardoor zij niet bij het bergmeer konden komen om monsters te nemen. De stage werd op het allerlaatste moment afgeblazen.
Omschakelen
Binnen een week mobiliseerde docent Hein van Lieverloo 6 van de 10 Nederlandse drinkwaterbedrijven om mee te denken over een alternatieve stageopdracht. “Het was even omschakelen”, vertellen de studenten. Het ene moment zouden we nog naar Oostenrijk gaan, het andere moment zaten we digitaal met 6 drinkwaterbedrijven om tafel.” Het was even zoeken naar een goede onderzoeksopdracht, maar zowel de bedrijven als de studenten toonden zich enorm flexibel en al snel ontstond het idee voor een onderzoek naar ongewervelde dieren in het drinkwaternet.
Drinkwateronderzoek
“Nederland heeft een waterleidingnet van 120.000 kilometer lang”, leggen de studenten uit. “In die leidingen leven allerlei ongewervelde dieren. Ze horen gewoon bij het ecosysteem van drinkwater en hebben geen negatief effect op de drinkwaterveiligheid. Het blijft voor drinkwaterbedrijven van belang om de rol van de dieren in het ecosysteem en de invloed op de microbiologie te doorgronden. De drinkwaterkwaliteit is bijna nergens ter wereld zo goed als hier in Nederland, onderzoek hoort daarbij.”
Samenwerking
Hein leidde in de jaren ’90 het landelijke onderzoek naar dit onderwerp en de studenten konden nu door de gastvrijheid van de betrokken bedrijven hun steentje bijdragen hieraan. “We werkten niet alleen samen met de drinkwaterbedrijven, maar ook met laboratoria, KWR Watercycle Research Institute, Wageningen Universiteit (Aquatische Ecologie) en AqWa”, vervolgen de studenten hun verhaal. “We maakten daarbij gebruik van faciliteiten binnen HAS Hogeschool: de Milieuhal, het Food Technology Center, het Chemielab en het Microlab. Echt bijzonder om te zien hoe iedereen direct voor ons klaarstond en enthousiast meebewoog met wat we nodig hadden.”
Eigen invalshoek
Iedere student had een eigen invalshoek en doel binnen het onderzoek. Lindsey probeerde zoveel mogelijk soorten ongewervelde dieren te determineren en vergeleek de aantallen van nu met die van de jaren ’90. Margo onderzocht de migratie en geslachtelijke voortplanting van waterpissebedden en Veerle deed een experiment met het laten grazen van waterpissebedden op leidingmaterialen. Ze reisden het hele land door om watermonsters te nemen, geholpen door monsternemers van de drinkwaterbedrijven. “Die tripjes waren echt het hoogtepunt van onze stage”, geven ze aan. “We hebben zoveel gezien en geleerd, en zoveel plezier gehad.” En hoewel ze nog een jaar naar school moeten, is er al over baanmogelijkheden gesproken. Dat geeft wel aan dat de studenten een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten.
Vervolg
Hein zet zich ondertussen in voor zowel vervolgstages als een wetenschappelijk publicatie met betrekking tot het onderzoek. Hein: “Ook zonder de uitdaging om risico’s te beperken, is kennis van de processen in een bedrijf zinvol. Gelukkig blijven drinkwaterbedrijven zich daarom verdiepen in de ecologie van het drinkwatersysteem, zowel voor als na de zuivering. Dit biedt onze studenten mooie kansen om zich te bekwamen tijdens een onderzoeksstage.”