Studenten van de opleidingen Toegepaste Biologie en Dier- en veehouderij deden vorig jaar voor Arla Foods Nederland een afstudeeronderzoek naar het behoud en het verder stimuleren van biodiversiteit onder melkveehouders. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor biodiversiteit in de agrofoodsector als het gaat om verduurzaming. Lector Daan Groot gaf dit recent al aan in een interview. Wil je verduurzamen, zo stelde Daan, dan moet je naar alle elementen in het ecosysteem kijken. En biodiversiteit is een van die elementen. Zijn lectoraat Innovatief ondernemen met Natuur was betrokken bij de opstart van het afstudeeronderzoek voor Arla. Het project werd begeleid door Monique Daniëls en Margje Voeten.
Bijdragen aan biodiversiteit
Arla Foods Nederland is onderdeel van een internationale zuivelcoöperatie met 10.300 leden uit 7 landen. Sinds 2009 heeft het bedrijf een zuivelfabriek in Nijkerk. Daarnaast heeft de coöperatie 70 Nederlandse leden. Arla heeft een duidelijke missie als het gaat om het in de markt zetten van de melk van de leden met een zo hoog mogelijke financiële waarde en het creëren van groeimogelijkheden. Dit mag volgens hen echter niet ten koste gaan van de natuur. Uit onderzoek blijkt dat de biodiversiteit in Nederland achteruit gaat. “Biodiversiteit is van groot belang bij de productie van hoogwaardige natuurlijke melk en het maatschappelijk draagvlak voor de melkveehouderij”, stelt Monique. “Daarom heeft Arla een duidelijke strategie ingezet om bij te dragen aan het verduurzamen van de melkveehouderij. Daarin speelt het behoud en het versterken van de biodiversiteit een grote rol.”
In beweging komen
“Binnen het onderzoek van de studenten was het uitgangspunt hierbij om te beginnen bij de eigen motivatie en belevingswereld van de melkveehouders”, vervolgt Monique. “De studenten inventariseerden voor Arla wat de staat van de biodiversiteit onder de aan hen verbonden Nederlandse melkveehouders is. Daarnaast onderzochten de studenten wat de mogelijkheden zijn om een goede biodiversiteit te stimuleren. Melkveehouders zijn zich er steeds bewuster van dat ze met biodiversiteit aan de slag moeten en Arla wilde graag weten van de studenten hoe ze melkveehouders kunnen helpen daadwerkelijk in beweging te komen.”
Keukentafelgesprekken
“De studenten hebben heel veel open gesprekken gevoerd met de melkveehouders”, vult Margje aan. “De studenten wilden eerst van de melkveehouders weten hoe ze eigenlijk tegenover het vergroten van biodiversiteit staan. Het merendeel van de melkveehouders gaf aan open te staan voor het doorvoeren van verbeteringen. Maar er waren ook vragen over de gevolgen ervan voor hun productiviteit. Terwijl een betere biodiversiteit boeren uiteindelijk juist kan helpen de productiviteit te vergroten. Boeren bleken ook niet altijd te weten hoe simpel sommige maatregelen zijn.”
Factsheets
Na die zogenaamde keukentafelgesprekken hebben de studenten bij 3 bedrijven de biodiversiteit in kaart gebracht en een advies gegeven wat ze kunnen doen om deze te verbeteren. “Dat ging om heel praktische zaken, denk aan het plaatsen van insectenhotels en zwaluwnesten, maar ook het in stand houden van ‘rommelhoekjes’ waar de natuur z’n gang mag gaan”, zegt Margje. “De studenten hebben de adviezen op een creatieve manier vormgegeven: ze maakten per boer een factsheet met persoonlijke tips. Die factsheets werden zowel door Arla als de boeren enthousiast ontvangen.” De studenten adviseerden de boeren ook mee te gaan in de actuele ontwikkelingen rondom agrarisch natuurbeheer, het telen van kruidenrijk grasland en eiwitgewassen en het betrekken van burgers bij de boerderij.
Voortrekkersrol
De studenten adviseerden Arla om een voortrekkersrol te pakken en een brug te vormen tussen melkveehouders en natuurorganisaties, en in het betrekken van burgers. Zij hebben een goede positie als het gaat om het motiveren en bij elkaar brengen van de verschillende partijen. Daarnaast kan Arla een actieve rol spelen in het voorlichten en scholen van melkveehouders als het gaat om biodiversiteit. Ook raadden ze de coöperatie aan om naar nieuwe verdienmodellen voor de melkveehouders te zoeken. Margje: “Melkveehouders gaven tijdens de gesprekken met de studenten enkele keren aan dat zij subsidie voor natuurbeheer niet als een stabiel verdienmodel zien. Maar zij staan zeker open voor een alternatief.”
Buiten eigen grenzen kijken
Voor de studenten zelf was het afstudeeronderzoek volgens Margje een mooie uitdaging. Niet alleen vanwege de inhoud, maar ook door het multidisciplinaire team waarin ze zich bevonden. “Studenten Toegepaste Biologie benaderen het onderwerp vanuit een ander perspectief als studenten Dier- en veehouderij en daardoor leerden ze allemaal buiten hun eigen grenzen te kijken. Zo ging er voor de studenten Toegepaste Biologie een wereld open over boerenbedrijven en hoe melkveehouders naar de natuur kijken. En de Dier- en veehouderijstudenten leerden meer over wat biodiversiteit nu eigenlijk inhoudt en hoe je bijvoorbeeld – heel praktisch – vogels kunt spotten. De samenwerking was een succes en ik ben trots op wat de studenten met elkaar en Arla hebben bereikt.”