1. Home
  2. Meer HAS
  3. Topprojecten
  4. Studenten werken aan project ‘Coöperatief Composteren in Agro As de Peel’

Studenten werken aan project ‘Coöperatief Composteren in Agro As de Peel’

In de week dat ze hun afstudeeropdracht moeten presenteren, willen Cas Wilting en Luuk Coopmans ook nog best even tijd maken om voor een artikel wat te vertellen over hun project ‘Coöperatief Composteren in Agro As de Peel’. Het zijn de laatste dagen dat ze überhaupt nog op school zijn en hopelijk kunnen ze na deze week hun diploma in hun zak steken. Dat moet ook wel, want de studenten Milieukunde hebben allebei al een baan. Hun begeleidende docent Mieke van Eerten houdt haar lippen stijf op elkaar, maar knipoogt wel naar ze waarmee ze wil zeggen: dat komt wel goed. De twee hebben het project met succes doorlopen en het resultaat mag er zijn.

De bodem verbeteren

‘Coöperatief Composteren in Agro As de Peel’ is een project in een serie van meerdere afstudeeropdrachten met als doel lokaal kringlopen te sluiten. Het doel van het project is het lokaal hergebruiken van organische restmaterialen. Boeren gebruiken de compost op het land waardoor het organisch stofgehalte in de bodem verbetert. En een goed organisch stofgehalte in de bodem is een indicator dat het met de bodem goed gaat. Een gezonde bodem is goed voor het milieu.

Compostproef

Nadat andere studenten eerder dit jaar al inventariseerden welke reststromen er in de regio beschikbaar zijn en onderzochten of een dergelijk hergebruiksysteem financieel haalbaar is, deden Luuk en Cas een compostproef bij boer Jos Verstraten in Westerbeek. “We hebben de proef opgezet met als insteek het sluiten van een lokale kringloop”, vertellen ze. “De restmaterialen die we gebruikten waren bermmaaisel, bladresten en slootveegsel uit de Peel-gemeenten en komkommerresten van Tielemans Groentekwekerij in Boekel. De boer waar we de proef deden, gaat de compost komend seizoen gebruiken op zijn land. Dat is ook het hele idee achter het project: lokaal restmateriaal composteren en dan weer lokaal inzetten om de grond toekomstbestendig te maken.”

5 composttechnieken

Tijdens de proef testten Luuk en Cas 5 verschillende composttechnieken. Ze kozen voor 4 reguliere technieken: 1 zonder toevoegingen en 3 met toevoegingen zoals bijvoorbeeld bacteriën of worteldoek. De 5e methode was een heel andere techniek: Bokashi. Cas en Luuk: “Deze methode komt uit Japan en is eigenlijk meer een fermentatieproces dan een composteringsproces zoals bij de gewone technieken. Je moet er dan ook veel ingrediënten aan toevoegen. We liepen tegen de methode aan toen we een literatuurstudie deden. Toen bleek ook dat waterschappen er graag mee willen experimenteren, onder meer het Waterschap Aa en Maas, één van de consortium-partners. Daarom besloten we het in de proef mee te nemen.”

Stabiel product

Bij 4 van de 5 technieken lukte het een stabiel product te krijgen. De Bokashi-methode bleek geen stabiele compost te produceren. “De 4 reguliere methoden waren alle vier een succes en de kwaliteit van de compost nagenoeg gelijk. De methode zonder toevoegingen is de goedkoopste methode, dus logischerwijs adviseren we de partners in het project daar verder op in te zetten. De Bokashi-methode werkte niet. Als je die compost gebruikt in de grond, zal het daar alsnog composteren en dus zuurstof onttrekken aan de bodem. Dat beïnvloedt het bodemleven en dat is niet de bedoeling.” Naast de proef bij de boer, zetten Cas en Luuk ook enkele proefopstellingen op in de kas en milieuhal van HAS Hogeschool om de compostkwaliteit te meten.

Innovatief systeem

Begeleider Mieke van Eerten is helemaal enthousiast over hoe de studenten het project aangepakt hebben. “Composteren op zich is niet innovatief, maar het systeem van lokale reststromen verwerken en die weer lokaal gebruiken wel. Cas en Luuk hebben het project weer een stap verder geholpen. En dan heb ik het niet alleen over de proef zelf, maar ook over het bij elkaar brengen en enthousiasmeren van de partners en andere belanghebbenden in de regio.”

Drukbezochte kijkmiddag

Luuk en Cas organiseerden namelijk halverwege hun proef een kijkmiddag, waar zo’n 40 partners en agrarische ondernemers op afkwamen. Allemaal waren ze nieuwsgierig naar het resultaat tot dan toe. ‘Proefboer’ Jos Verstraten was positief over de proef, vertelde hij in Nieuwe Oogst naar aanleiding van de kijkmiddag. “Deze regio bestaat voor een deel uit schrale zandgronden. De mogelijkheden om te bemesten worden beperkter. Het verzamelen en composteren van alle organische stromen gaat voor de gehele sector niet zo'n groot verschil maken. Maar het kan op lokaal niveau wel een belangrijke bijdrage leveren om het milieu te verbeteren.”

Niet hun ding? Wel dus…

Luuk en Cas kijken heel positief terug op het project. Het was een onverwacht onderwerp waarvan ze beiden dachten dat het niet hun ding zou zijn. Maar dat bleek wel anders. “We hadden niet verwacht dat we bij de stakeholders zoveel los zouden maken. In het begin waren ze vrij terughoudend, maar dat veranderde later helemaal. We hebben echt veel bereikt.” Mieke vindt dat de studenten echt gegroeid zijn tijdens het project: “Ze voelden zich helemaal eigenaar van het project en ik ben zowel trots op hen als op het resultaat.”

Vervolgonderzoek

En nu? “Ook in 2018 gaan er weer enkele afstudeeropdrachten van start”, geeft Mieke aan. “We weten nu dat het systeem globaal technisch haalbaar is en dat ondernemers dit willen. Maar er liggen nog verschillende uitdagingen. Wat doet compost met het bodemleven? Kan het systeem van coöperatief composteren grootschalig uitgerold worden? Hoe verhouden de verschillende stakeholders zich tot elkaar? Hoe krijgen we commerciële composteerders mee? En hoe zit het met de wetgeving, want op dit moment staat de wet een dergelijk systeem nog niet toe. Kan dit veranderen? Genoeg vragen waar we de komende maanden met elkaar mee aan de slag kunnen.”

Meer informatie?

Lees het op de website van AgriFood Capital
Lees het artikel van Nieuwe Oogst