Kringlooplandbouw is een veelgehoorde term tegenwoordig. De gedachte achter kringlooplandbouw is dat de beschikbare mineralen optimaal benut worden in elke schakel. Daarmee wordt er een focus gelegd op de maximale capaciteit van de bodem in plaats van de maximale productie.
Dit onderzoek richt zich op kringlooplandbouw, waarbij bodem, vee, mest en gewas met elkaar in balans wordt gebracht volgens de natuurlijke kringloop. Dit leidt tot een zoektocht voor de vele betrokken actoren. Dit onderzoek geeft inzicht in kansen, knelpunten en consequenties van kringlooplandbouw. Het onderzoek rekent de effecten van kringlooplandbouw door en bepaalt daarmee de capaciteit van het Nederlandse landschap. De doorberekening is gedaan aan de hand van scenario’s.
Landschapstypen
De bevindingen van dit onderzoek zijn hoofdzakelijk dat de bodem centraal moet worden gesteld. Op basis van de landschapstypen en grondsoorten kunnen de beste keuzes worden gemaakt voor kringlooplandbouw. Het rapport beschrijft zes landschapstypen (kustzone, zandgebied, laagveengebied, rivierengebied, zeekleigebied en heuvelland) en vier grondsoorten (klei, zand, löss en veen). Deze landschapstypen en grondsoorten kunnen optimaal worden gebruikt in kringlooplandbouw.
Belangrijk om de kringloop in stand te houden en binnen het gesloten karakter hiervan te blijven, is om krachtvoer en kunstmest kritisch te bekijken. Beiden passen niet in het plaatje. Daarom moeten de bestaande en beschikbare nutriënten efficiënt gebruikt worden voor gewas en dier. Een veestapel vormen hierin een knelpunt, omdat de opname van nutriënten hoog is en de vastlegging hiervan laag is.
Omslag
De conclusie van het onderzoek laat zien dat de landbouw heel anders ingericht moet worden, om het land efficiënt te gebruiken. En het betekent daarbij ook een enorme omslag wat betreft de verdeling die we in het huidige systeem kennen. Akkerbouw gewassen zullen zich meer richten op humane voeding, het inbrengen van kunstmest ingeperkt en daarmee krimpt het landbouw areaal. Dit heeft gevolgen voor de landschappen die er bekend zijn in Nederland en zal er in de landbouw rekening gehouden moeten worden met de landschapstypen en grondsoorten die Nederland kent.